Lars, een kleine ijsbeer, wordt door zijn vader voor het eerst meegenomen naar de zee. Vader leert hem om te zwemmen, vissen te vangen en een sneeuwhoop te maken als bescherming tegen de wind wanneer je slaapt. Maar als de kleine ijsbeer wakker wordt, dobbert hij op een ijsschots midden in zee. Uiteindelijk komt hij terecht in een warm land waar alles groen is. Hij ziet er vreemde planten en bloemen en ontmoet dieren die hij nog niet kent. Maar hoe komt Lars weer thuis?

Voorleestips

Zorg voor een bijzondere voorleessfeer

Vertel aan de kinderen dat jullie voor dit verhaal naar de Noordpool reizen. Daar is het heel erg koud! Doe samen alsof je je warm aankleedt voor de reis. Trek denkbeeldige handschoenen en sneeuwschoenen aan, zet een warme muts op en doe alsof je een sjaal omknoopt. Nu zijn jullie klaar voor het avontuur!

Praat met de kinderen na over het verhaal

• Welke dieren kwamen voor in het verhaal? Heb je deze dieren wel eens in het echt gezien?
• Kun je de dieren nadoen? Wie kan er zwemmen als Lars? Wie heeft net zo’n grote mond als Hippo? Wie kan zijn tong uitsteken zoals de kameleon?
• Wat zijn de verschillen tussen de Noordpool, waar Lars vandaan komt, en het tropische eiland waar Hippo woont?
• De vader van Lars leert hem hoe je moet zwemmen en vis moet vangen. Maar wat leert Lars aan zijn vader aan het eind van het verhaal?

Kringgesprek

Verdieping

Stel één of meer onderzoekende, filosofische vragen, bijvoorbeeld:

• Heb je weleens iets gedaan, wat je eigenlijk niet durfde? Hoe was dat?
• Hoe voelde je je, toen je het gedaan had?
• Is het goed om nieuwe, spannende dingen te proberen? Waarom vind je dat?
• Bestaan er dingen die iedereen spannend of eng vindt?
• Hoe zou het zijn als je alles meteen durfde?

Kleurplaten